Zimbabwe betovert elke reiziger, zowel door haar natuur als door haar rijke culturele erfgoed. Een safari is hier een doe-het-zelf project. Open Jeeps zijn hier optioneel. De gidsen – die zonder enige twijfel tot de beste van het continent behoren – bieden aan om de wildernis te ontdekken in een kano, te voet, op een paard, zelfs over paden die door en voor rinocerossen gebaand zijn.
Met uitzondering van het Nationale Park ‘Gonerezhou’, dat op de grens met Mozambique en Zuid-Afrika ligt, bevinden de meeste natuurreservaten zich aan de voet van de Zambezi, de rivier die als een levensader voor het wildleven fungeert.
Van oost naar west zijn daar eerst het Nationale Park ‘Mana Pools’, dat is opgenomen in het klassement van werelderfgoed, dan het nationale park ‘Matusadona’, met oevers die het wild rondom het Kariba meer een andere dimensie geven, vervolgens het nationale park ‘Chizarira’, anders en geïsoleerd, en uiteindelijk het nationale park ‘Hwange’, dat groter is dan heel België en dat bekend staat om de ongekende veelheid aan dieren en vooral ook de 88.000 olifanten die er hun thuis gevonden hebben.
En uiteindelijk, vlak voor Botswana en het nationale park van ‘Chobe’, zijn daar dan de Victoria watervallen, die over een breedte van ruim anderhalve kilometer maar liefst honderd meter in het diepe storten, onder kletterend gedonder, tot ze de onderkant van het ravijn raken dat in de loop der tijden is uitgeslepen in het basalt van de rotspartijen. De echte naam van de watervallen is ‘Mosi-oa-Tunya’: onwerend water. Een benaming die dit spektakel eer aandoet.
De mogelijkheid om een privé cruise te doen op het Kariba meer is uniek, want alleen de Zambezi en de Chobe rivier zijn breed en diep genoeg voor de boten van twee tot twintig cabines. We raden u sterk aan om zo’n cruise te boeken, waarmee u vanaf uw privé hotel op het water kunt genieten van de overweldigende natuur en het wildleven op de oevers.
Onze beschrijving van Zimbabwe zou niet compleet zijn zonder de buitengewone vriendelijkheid van haar volkeren te benoemen: de Batonga, Matebele en Shona. Trouw aan onze traditie van respect voor anderen bieden we u graag de mogelijkheid om hen te ontmoeten en van hen te leren over hun cultuur, hun gedachtengoed, hun land. U kunt overnachten bij een gezin, een school bezoeken of een lokaal project ondersteunen.
Ook de zeer ver teruggaande geschiedenis van Zimbabwe boeit. In het nationale park ‘Matopos’ zijn volop rotstekeningen te bewonderen die daar in lang vergeten tijden door het Xan volk achtergelaten zijn. En dan zijn er de antieke steden van Khami en ‘Great Zimbabwe’, die getuigen van de organisatie, macht en rijkdom van het koninkrijk van Mwenemutapa uit de middeleeuwen. Pas later kwam de ontdekkingsreiziger Livingstone en na hem Sir Rhodes, naar wie het land lange tijd werd vernoemd: Rhodesië.
Tenslotte zijn er nog de Shona beeldhouwers, van wie de moderne kunst tentoon wordt gesteld in de meest gerenommeerde musea ter wereld. Voor wie dat wenst kunnen wij een bezoek organiseren aan enkele ateliers, een ontmoeting met enkele bekende kunstenaars, een boetseerklas, of een bezoek aan ‘Tengenenge’, waar de wortels liggen van de Shona kunst.
Harare
GMT+2
Noodzakelijk
Hier kunt u spannende momenten beleven want dankzij de ruige oevers trekt het meer - dat maar liefst 280 kilometer lang is en tot 30 kilometer breed - veel wildleven aan.
U heeft hier twee opties en uw ervaring van dit bijzonder meer is pas compleet wanneer u beiden combineert. De eerste is een safari in Matusadona National Park. De dieren zijn zeer talrijk in dit park omdat het ingesloten ligt tussen de steile wanden van de Matusadona bergen en de oevers van het meer. Wie van vogelkijken houdt wordt hier in het bijzonder verwend. De safari's kunnen worden gedaan in open 4WD voertuigen, maar ook te voet of in een bootje.
De tweede mogelijkheid is een privé-cruise over het meer van enkele dagen. De boten zijn uitstekend uitgerust en van alle gemakken voorzien. Er gaan achterop één of twee kleine bootjes mee die gebruikt kunnen worden voor safari's op het water of om te vissen. Het is ook mogelijk om een gids mee te nemen voor enkele safari's te voet tijdens de cruise. Het meer is zeer rijk aan vis en we raden u aan om een bijzonder sportieve tak van vissen te beoefenen: op de tijgervijs. En aan het eind van de dag? Misschien een Gin Tonic of een glas Chardonnay op het achterdek van uw privéboot, om van die prachtige zonsondergang te genieten.
In de jaren 80 en 90 begon de kunst van de Shona beeldhouwers de wereld te veroveren.
De Shona beeldhouwers baseren zich op Afrikaanse tradities voor het maken unieke kunstwerken waarbij ze verschillende vormgevingen samenvoegen, soms een kubusvorm, vaak met een mystieke uitstraling. Veel van hun kunst heeft een weg gevonden naar musea voor moderne kunst rondom de wereld. Wie dat wil kan een workshop volgen om ingewijd te worden in de Shona sculptuur.
Les réserves de Mana Pools, de Matusadona, de Hwange et de Gonarezhou se prêtent idéalement aux safaris à pied.
Toujours en petits groupes de maximum 6 personnes, vêtus de couleurs neutres, le blanc et les couleurs flash à proscrire, vous partirez à la découverte de la brousse à l’aube depuis votre camp. Ou encore, abandonnant le véhicule 4x4 de safari, vous plongerez dans la nature sur les traces de l’un ou l’autre fauve ou mastodonte.
Respectant les instructions des guides, vous aurez ainsi l’occasion d’approcher des éléphants, des buffles, des lycaons et mêmes les grands fauves tels les lions !
Si un coup de pagaie est nécessaire, cela reste une activité relaxante qui ne nécessite aucune condition physique particulière à l’exception tout de même de rester vigilant et toujours à l’écoute des guides qui éviteront les nombreux hippopotames peuplant le fleuve.
Couverts par la présence et l’odeur des chevaux, il est ainsi possible d’observer la faune sauvage de très près et de se faufiler dans les troupeaux de gazelles, de galoper avec les zèbres et les girafes.
Deux options de descente sont offertes. Soit une aventure d’un jour … allant des rapides 3 ou 4 au 21 ou 24 … histoire de quelques heures avec un déjeuner pique-nique dans les gorges. Soit un itinéraire de plusieurs jours, emportant le nécessaire pour les bivouacs sur les bancs de sable dans les gorges le long des berges.
Comme tout cours d’eau au monde, le Zambèze est tributaire des pluies reçues en amont. Abondantes après le début de la saison des pluies, elles donneront une période d’eaux fortes et hautes typiquement de janvier à juin, moins propices au rafting. Rares en saison sèche, elles livreront des eaux dites basses et si vous cherchiez de l’adrénaline, vous en aurez pour votre argent.
A bord d’hélicoptères de 4 ou 6 places, vous embarquerez pour un survol des chutes. D’une durée de 12 à 15 minutes, il offrira des panoramas verticaux sur celle-ci le temps de 3 rotations dans chaque sens et de quelques passages au centre, pour ensuite retourner à la base.
Une option plus longue est disponible et ces 30 minutes comprennent aussi un survol panoramique du fleuve Zambèze en amont des chutes.
L’autre option est de bivouaquer en toute indépendance dans les fabuleux sites reculés du pays dont nous avons le secret. Un matériel de bivouac complet peut être fourni sur place, à emporter dans votre véhicule.
Si souhaité, en version demi-mesure, les deux options ci-dessus peuvent facilement se combiner. De même, il est tout à fait possible de prévoir l’escorte d’un guide de safari et d’un aide de camp qui rendront le voyage d’autant plus intéressant que confortable.
Les navires sont de deux types. Allant du yacht de croisière avec 2 à 4 cabines au bateaux-pontons, appelés ici « houseboat », qui sont généralement plus spacieux et plus confortables pour profiter du lac. Ces derniers offrent des capacités variables allant de 2 à 20 cabines … les plus grands offrent une option idéale pour fêter un événement avec un groupe d’amis.
Il est aussi possible de louer les services d’un guide de safari permettant de débarquer par endroits pour une balade à pied.
Rustiques – ou même très rustiques diraient certains – mais toujours confortables, ils permettent d’accéder au plus profond de la savane dans les lieux les plus magiques. Imaginez votre tente face au Zambèze, observant les éléphants qui viennent s’abreuver ! Imaginez votre tente au cœur du parc de Hwange à proximité d’un point d’eau hautement fréquenté !
Si le charme sera toujours au rendez-vous, le confort se veut rustique. Ici point de téléphone, point d’internet, point d’électricité ! Les tentes de type « Meru » sont larges et spacieuses et équipées de vrais lits. L’avant dispose toujours d’une terrasse ombragée depuis laquelle observer le va-et-vient de la nature.A l’arrière, chacune des tentes, dispose de sa salle de bain privée … rien de luxueux mais tout y est !!! Une table avec son miroir et les bassines en émaillé avec la cruche d’eau. Une douche à l’ « Hemingway » que les aides de camp se feront un plaisir de remplir avec une eaux à la température que vous souhaitez. Une toilette sèche. Et la voie lactée pour décor de plafond !
Lorsque le Fleuve Zambèze est à son comble (généralement en février-mars), plus de 500 millions de litres d'eau par minute se déversent des Chutes. En novembre à l'inverse, lorsque le cours d'eau est au plus bas, la fleuve se divise en plusieurs bras qui s'écoulent en plusieurs chutes séparées.
La végétation prédominante dans cette région est la forêt de mopanes, avec de petites zones arborées et une bande étroite de forêt le long du Zambèze. La "forêt tropicale" atteinte par les éclaboussures des chutes est particulièrement intéressante : écosystème fragile de forêt discontinue prenant racine dans l'alluvion sableux.
En ce qui concerne la faune, on trouve dans le Parc National du Zambèze de nombreux troupeaux d'éléphants, on rencontre aussi de petits troupeaux de buffles et de gnous, des zèbres, phacochères, girafes et hippopotames à proximité des chutes. Le singe velvet et le babouin chacma sont fréquemment vus, le lion et le léopard occasionnellement. Le faucon taita quant à lui s'installe dans les gorges pour se reproduire, de la même façon que la cigogne noire, l'aigle noir, le faucon pélerin et la buse augure. Les Chutes Victoria forment une barrière séparant les poissons des parties supérieure et inférieure du Fleuve Zambèze.
Ici la végétation est différente des réserves au nord du pays, les sols sont sablonneux. Les contrastes entre la saison sèche et humide sont plus marqués.
Se dressant de manière impressionnantes au cœur de la réserve, se trouvent les falaises de Chilo. La roche fut érodée pour donner des pics superbes dans une mosaïque de couleurs beiges, jaunes et ocres qui deviennent tout simplement splendides à la lumière de la fin du jour. Un paysages remarquable pour accompagner vos sorties de safaris.
La réserve c’est aussi plusieurs lacs et cours d’eaux, pôles d’attraction infaillibles de la vie sauvage. Il paye toujours de longer ceux-ci à la recherche d’une rencontre avec les animaux d’Afrique.
Un des grands avantages de sa faible fréquentation, est que vous aurez quasiment le parc pour vous tout seuls !
Grâce à sa taille impressionnante, ses paysages, sa flore et sa faune varient fortement, des broussailles semi-désertiques bordant le Kalahari au sud au forêts, collines de granite et vallées de mopanes au nord.
Il est situé au nord-ouest du Zimbabwe en frontière du Botswana, à une heure de route des Chutes Victoria. Ancien terrain de chasse du roi-guerrier zulu Mzilikazi au début du 19ème siècle, Hwange faisait autrefois partie de la route de migration de la Vallée du Zambèze, avant d'en être coupé par les importantes installations entreprises lors de la période coloniale. Déclaré Parc National en 1929, sa faune a été conservée pendant les saisons sèches grâce à un réseau de 60 points d'eau à pompe. Ainsi, le Parc National de Hwange abrite une formidable quantité d'animaux sauvages, avec plus de 100 espèces de mammifères telles que lions, léopards et rhinocéros, et 400 espèces d'oiseaux répertoriées. Les éléphants de Hwange sont renommés dans le monde entier et leur population au sein du Parc est l'une des plus importante au monde.
Le site de « Great Zimbabwe » représente sans aucun doute le plus grand complexe de ruines en Afrique au Sud du Sahara. Située au cœur de l’Afrique Australe entre les fleuves Zambèze et Limpopo, elles sont le testament d’une culture d’une grande richesse et à l’architecture développée.
Si elles sont les plus grandes et les plus impressionnantes du plateau Zimbabwéen, elles ne sont pas uniques pour autant. D’autres sites, plus petits, appelés « Zimbabwe » se retrouvent jusqu’au Mozambique actuel et nombreux furent pillés. Les murs de granite, embellis de tourelles, de tours, de plateformes et d’élégants escaliers, ne semblaient avoir aucune fonction défensive, mais étaient plutôt simplement l’expression d’une architecture unique en son genre, en Afrique et ailleurs. Malgré le manque d’expertise dans sa restauration par endroits, les ruines de l’ancienne cité demeurent de loin les plus impressionnantes en Afrique sub-saharienne. Et l’ingéniosité des murs secs (sans ciment) aux motifs recherchés, ses tours imposantes, ses constructions complexes en chevrons, en font une merveille et témoignent d’une maîtrise parfaite de la construction. Reste à souligner les très énigmatiques sculptures d’oiseaux trouvées sur le site de Great Zimbabwe. La forme générale rappelle celle d’oiseaux mais les becs furent remplacés par des lèvres et les pattes par des pieds. Ce symbole est repris sur le drapeau du pays.
